Haast in mijn bloed

Terwijl buiten de tropische regen valt, die afgewisseld wordt door de felle zon, lig ik binnen lui op de bank dit nieuwe verhaal te typen. Moe maar voldaan van een ongelooflijk drukke week en met een heerlijk broodje chili kip in mijn maag.

Laat ik beginnen bij een leuke update. Afgelopen donderdag had ik mijn eerste sollicitatie gesprek voor een stage in een privé kliniek hier niet ver vandaan. Om 8 uur zou ik er moeten zijn. Natuurlijk ben ik graag op tijd, dus vertrok verstandig om kwart voor 7 vanaf huis, zodat ik meer dan genoeg tijd had. Ondertussen wist ik dat de bussen niet volgens een rooster rijden, dus sta ik vaak voor een onbepaalde tijd te wachten totdat de juiste bus voorbij komt. Ondanks dat ik van tevoren de overstaphalte had genoteerd, stond ik na 40 minuten op de verkeerde plek, langs de snelweg. Terwijl de brandende zon al op mijn hoofd scheen, raakte ik lichtelijk in paniek toen ik besefte dat ik geen idee had hoe ik op mijn bestemming moest komen. Uiteindelijk heb ik ongeveer een half uur naar een nieuwe bushalte moeten lopen, waar ik mijn reis kon voortzetten. Om kwart over 8 kwam ik aan bij de kliniek, bezweet, dorstig en een beetje gestrest met de overtuiging dat ik het verkloot had. Toen ik me bij de receptie meldde, was de hoofdarts nog niet aanwezig, wat bij mij voor een enorme opluchting zorgde. Deze opluchting werd al snel ingeruild voor ongeduld toen de arts in kwestie om 9 uur nog steeds niet aanwezig was. Uiteindelijk werd ik om kwart over 9 binnen gelaten in zijn kantoor, waar we een gesprek hadden over de stage. Nadat ik hem mijn CV gegeven had, keek hij er vluchtig overheen en maakte een goedkeurend geluid, gevolgd door ‘’ah oui, Scouting, bon, bon!’’ Mijn studie kwam niet eens ter sprake, maar hij stuurde me meteen door naar de hoofdverpleegkundige. Deze vroeg me direct wanneer ik wil beginnen, welke en hoeveel dagen per week ik zou willen werken. Een beetje verrast gaf ik haar antwoord en we wisselen vervolgens contactgegevens uit. Binnen 10 minuten stond ik weer buiten, met een grote glimlach en de zon op mijn gezicht. Mijn stress gevoel was natuurlijk compleet verdwenen en onderweg naar huis kocht ik een ijskoud flesje water, waardoor ook mijn dorst verdween.

Ondertussen heb ik de eerste dagen van mijn stage erop zitten. Mijn plek moet ik nog gaan vinden, maar dat herken ik ook van vorige stages in Nederland. Het werk zelf is hier niet heel anders, maar door de manier van werken en de medische benodigdheden, of juist het gebrek hieraan, blijft het me keer op keer verbazen. Waar ik in Nederland een enorme werkdruk gewend ben door onderbezetting, staan er hier 5 verpleegkundigen (mezelf niet meegerekend) op 9 bedden, op hun dooie gemak te werken. Ook is er niet echt sprake van passie en toewijding. Ze doen gewoon hun werk om het brood op tafel te krijgen. Op het begin voelde ik me best verloren, doordat iedereen zijn eigen ding doet en ik nergens bij betrokken werd. Er wordt bijvoorbeeld ook erg snel Frans gepraat en ik kan zelden ontdekken waar het gesprek over gaat. Zonder rondleiding en uitleg werd ik op de afdeling gezet, dus ik besloot zelf op onderzoek uit te gaan, wat zijn vruchten heeft afgeworpen. Ik ontdekte wat meer hoe de afdeling en de kliniek werkt waardoor ik mijn bijdrage een invulling kan geven. De afdeling waar ik sta is een algemene opname afdeling, met 9 bedden. De kliniek telt in totaal 4 afdelingen. Het verschil tussen deze afdelingen is verbazingwekkend genoeg niet de specialisatie, maar de luxe van de kamers. Er komen dus patiënten binnen met kanker en anderen met een voedselvergiftiging, infectie of een nog niet gestelde diagnose. Ik probeer iedereen aan te spreken waarvan ik vermoed dat diegene iets interessants aan het doen is en stel ik voor om mee te gaan naar de patiënten. Alle vragen die ik kan bedenken stel ik en daardoor merk ik dat de collega’s opeens enthousiast uitleg geven. Al snel hangen we boven het bed van een patiënt, tijdens een handeling, persoonlijke vragen te stellen. In de pauze volgt dan een soort van interview van de collega’s. Heb ik broers of zussen? Zijn deze al getrouwd? Ben ik zelf nog niet getrouwd? Maar wil ik dan niet trouwen? Van welk geloof ben ik? Ga ik meedoen aan Maha Shivaratri? Ik beantwoord braaf de vragen en ik voel me al iets meer op mijn plek.


Er zijn veel dingen verschillend hier vergeleken met Europa en de westerse maatschappij en cultuur. Het eerste wat me opvalt is dat de mensen veel minder gestrest zijn. Er is geen sprake van haast, snel kloppende aderen omdat de deadline niet gehaald wordt of ongeduld. Behalve als het om het verkeer gaat. Er wordt luid en veel getoeterd, uit het raam gehangen of geschreeuwd en de bussen rijden vaak als malloten en gooien de enorme bus tussen het drukke verkeer. Zelf moet ik nog wat leren om de haast die in mijn bloed zit wat meer te laten gaan en de tijd te nemen voor kleine dingen, want het is zo zonde om dat niet te doen. Natuurlijk heeft het motto ‘’alles op z’n tijd’’ ook zijn nadelen, dingen zijn vaak slecht georganiseerd en mensen komen afspraken niet na. De mensen die ik hier ken merken vaak op hoe gestructureerd en georganiseerd ik ben, wat ik waarschijnlijk als souvenir heb meegenomen. Aan de andere kant is het hier juist een dag vol afwisseling en er is geen sprake van sleur, een van de grootste redenen waarvoor ik Nederland voor een tijd heb achtergelaten.

Omdat ik gewend ben hoe het ook anders zou kunnen, zit ik vol ideeën die hier verbeterd zouden kunnen worden. Er zou bijvoorbeeld een bus schema gemaakt kunnen worden, met een kaart waar de route loopt en bij welke bushalte gestopt wordt. Er zou een soort van OV kaart kunnen komen, waardoor de mensen simpelweg kunnen inchecken. In de bus zelf zou dan de route kunnen hangen met een lampje bij welke bushalte de bus nu is. Mijn hoofd blijft dan nieuwe ideeën bedenken en schakelt automatisch weer naar de vluchtige modus. Ik roep mijn gedachtes halt toe en dan kijk ik naar buiten, naar de mooie bergen en palmbomen. Als ik om me heen kijk, zie ik ook de anderen naar buiten kijken, tevreden. Gedwongen naar buiten kijken om te zien waar de bus is, in plaats van in de robotstand naar mijn telefoon kijken is zo slecht nog niet. Het is zeker een onderdeel van de charme van dit land waar ik nog lang geen genoeg van zal krijgen.

Een ander verschil is dat er niet veel blanke mensen zijn. Vooral degene die geen toerist of ‘’blanke’’ Mauritiaan zijn, vallen op. Zelfs in een overvolle bus, waar huisvrouwen tegen de buurvrouw schreeuwen en met hun grote boodschappen tassen zwaaien, mannen hun nieuwste gadgets meeslepen, jongeren harde muziek draaien en zich door de menigte naar hun klasgenoten wringen, terwijl de deur van de bus hard klappert omdat deze niet dicht kan, ben ik degene die de aandacht trekt. Met standaard een flesje water in mijn hand en een laagje zweet op mijn gezicht zit ik onschuldig naar buiten te staren. Desondanks staren mensen me aan, kijken van me op. Het is mijn huidskleur die mensen doet verrassen. Een blanke in de bus, dat gebeurt niet vaak.

Ondertussen is het donker geworden en komen de beestjes binnen. Laatst was er een ENORME spin. ik overdrijf niet. Zo eentje met een dik lijfje maar ook echt dikke poten met haren, alles erop en eraan. Ik had besloten de spin in kwestie te ontwijken, maar deze was naar de keuken gevlucht, waardoor ik vast zat in de huiskamer met een hard knorrende maag. Toen ik het om 3 uur ’s middags echt niet meer aan kon, raapte ik al mijn moed bij elkaar. Met een bonkend hart en bewapend met een houten totempaal greep ik snel alle benodigdheden bij elkaar en heb ik me weer veilig in de woonkamer genesteld. Ondertussen ben ik uitgegroeid tot een serieuze spin/megakakkerlakken killer. Er is nu een megakakkerlak die ook nog kan vliegen in de woonkamer, dus mijn taak moet weer gedaan worden, helaas.

Bedankt voor al jullie lieve berichtjes. Ik denk aan jullie en stuur graag een zonnestraaltje op vanaf hier!


Liefs, Eva

Aankomst in het paradijs

Alée, alée, Bonjour, Madaaame, Miss, Bienvenue,

De meest voorkomende woorden waarmee ik begroet wordt. Maar waar ik het meest blij van word is de openhartigheid en warmte waarmee ik onthaald wordt door de mensen die ik al ken, gevolgd door een dikke knuffel, 2 kussen en een spontane gil van enthousiasme. We delen in vogelvlucht onze levens van de afgelopen 6 maanden waarin we elkaar niet gezien hebben. Snel daarna volgt een gesprek over het leven hier en nu, waarin ik me meteen betrokken voel en het gevoel krijg dat ik onderdeel ben van hun levens. Veel gelach, gegrinnik, interessante onderwerpen, complete levensverhalen en sappige roddels komen voorbij. We maken plannen met elkaar om nieuwe dingen te ontdekken of naar dat ene strandfeest te gaan. Als ik dan vervolgens om me heen kijk, lijkt het of ik nooit weg ben geweest.

Hierdoor voel ik me zó ontzettend welkom waardoor ik bijna niet stilsta dat ik bijna aan de andere kant van de wereld ben, in een soort ander leven. Soms, als ik in de bus zit te dromen of op het strand een appje van thuis krijg, heb ik een klein moment van besef. Dan denk ik aan hoe fijn het zou zijn als de mensen waar ik het meest om geef, dit met mij zouden kunnen beleven. Maar het doet me ook beseffen wat voor een geweldige kans dit is en wat voor geweldige mensen ik om me heen heb, al zijn ze niet in de buurt.

Ik ben er nog maar kort, maar ik merk al snel dat het erg veel scheelt dat ik hier al eens geweest ben. Ik ken een beetje de weg, heb mensen waarop ik kan terug vallen als het nodig is en waarmee ik vanalles beleef. Wel moet ik heel erg focussen om het frans te kunnen volgen. De franse lessen die ik ga krijgen zouden me hopelijk op weg helpen. Iedereen praat hier goed engels, dus (onzin) praten (een van mijn grootste hobby's) is gelukkig geen obstakel. Maar me mengen in een frans gesprek blijft lastig.

Ondanks dat ik hier nog niet lang ben, zijn er al wat dingen op mijn pad gekomen zoals praktische zaken en leuke tijdsbestedingen. Best wel een opluchting, het geeft me wat ademruimte. Langzaam ontstaat er een dag- en weekindeling. Momenteel ben ik bezig om een stageplek in een ziekenhuis te veroveren. Het liefst niet ver van mijn huis, het openbaar vervoer is niet echt een pretje als je ergens op tijd moet zijn. Daarnaast zou het mooi zijn als het een privé kliniek is, want de openbare ziekenhuizen zijn erg onhygiënisch en ongeregeld volgens de meesten. Duimen!

Na een heerlijk diner (om 21:30u) is het nu tijd voor een filmpje, met de ventilator op mijn gezicht.

Liefs! X